Ontwerpend onderzoek​

Weinig begrippen uit de instrumentenkoffer van projectleiders en procesregisseurs roepen zoveel vragen op als ‘ontwerpend onderzoek’. Voorbijgaand aan subtiele meningsverschillen over mate van accuraatheid en pertinentie van de varianten ‘ontwerpend onderzoek’, ‘onderzoekend ontwerp’, ‘ontwerpmatig onderzoek’ ... trachten we hier de kern van het begrip toe te lichten binnen de context van complexe stadsprojecten.

Welk euvel of uitdaging op de bestaande situatie ook rust, stadsprojecten moeten steeds een transformatie van een concrete ruimte initiëren. Uiteenlopende, vaak tegenstrijdige verwachtingen nopen tot integrerende afwegingen in een complex product dat een spectrum van aspecten – culturele, ruimtelijke, sociale, economische – op meerdere schaalniveaus moet verknopen. Het creatief vermogen van het ontwerp vormt daarin telkens een wezenlijk bestanddeel.

Ontwerpen is het maken van een voorafbeelding van een gewenste omgeving met meer kwaliteiten dan de bestaande. Een ontwerp drukt een intentie uit in een medium dat analoog is aan de ruimtelijke termen waarin de denkoefening gesteld is (tekening, makette, mock-up ...). Een ont-werp gooit een voorstel tot mogelijke verandering in het midden. Ontwerparbeid valt nooit samen met de realisatie van die verandering maar gaat er aan vooraf. De neiging bestaat om het ontwerp louter te zien als een draaiboek voor de uitvoering. In de afstand tussen projectie en uitvoering ontstaat echter een ‘tussen’ waarin onderzoek kan gebeuren dat wordt gedragen door het ontwerp, maar niet samenvalt met zijn traditionele finaliteit: de realisatie.

Onderzoek produceert nieuwe kennis, zo ook ontwerpend onderzoek. In complexe stadsprojecten komen vele momenten voor waarin nieuwe kennis essentieel is: wanneer een nieuwe kijk nodig is om enthousiasme en engagement te creëren; wanneer gerelateerde wensen uitgedrukt moeten worden om samenwerking op de sporen te zetten; wanneer de ruimte van mogelijkheden moet worden afgetast om niet onbewust kansen te laten liggen; wanneer de zorg om haalbaarheid vergt  dat de termen van de context verkend worden ... .

De verkenningsfase wordt dan ook vaak gedragen door een – al dan niet metaforisch geïnspireerd – beeldend ontwerp, waarin een visie over (de interactie tussen) samenleving en ruimte wordt uitgedrukt, ter discussie gesteld of geamendeerd, waarmee workshops worden gevoed en ruimtelijke concepten worden aangekaart, waarin intenties en ambitieniveaus worden verduidelijkt.



De onderzoeksfase wordt vaak geschraagd door probleemstellende ontwerpen die ervoor zorgen dat de juiste vragen tijdig worden gesteld, dat de contouren van context, projectdefinitie en stakeholders voldoende scherp zijn, dat processen en modaliteiten van samenwerking precies kunnen worden uitgedrukt. Evenzeer is er vaak nood aan explorerend ontwerpend onderzoek  dat de architectonische en programmatische mogelijkheden van een plek aftast, dat gewenste ruimtelijke kwaliteiten en structuren verbindt met concrete gebouwen en publieke ruimten.
De planuitwerkingsfase zet beelden in om mogelijkheden en grenzen van programmatische integratie af te tasten, om de grenzen van het ruimtelijk, maatschappelijk en financieel haalbare op te zoeken, om de meest geschikte ontwerpers te vinden, om radicale alternatieven tegen elkaar af te wegen in allerhande wedstrijdformules, om marktverkenningen te stofferen, om effecten van zon, wind en verkeer in de overwegingen te betrekken, en om over dit alles effectief te communiceren en te beslissen.

De finaliteit van al deze ‘momenten’ waarop ontwerpend onderzoek kan worden ingezet verschilt, maar het is een constante dat de nieuw geproduceerde kennis wordt expliciet gemaakt en gedeeld. Dit kenmerk betreft de eigenheid van ontwerpend onderzoek en verleent het zijn kracht.


© Copyright 2018 IV Kenniscentrum Vlaamse Steden – Bischoffsheimlaan 1-8 – 1000 Brussel – info@complexestadsprojecten.be | Sitemap