Financiering in de beheersfase
 

1. Scope en aandachtspunten financiering                                                                                      

De uitdaging bestaat er in om beheerskwesties in een vroeg stadium zichtbaar te maken en gedurende het volledige planningsproces zo veel mogelijk te concretiseren. Op die manier kunnen de kosten ook opgenomen worden in meerjarenplanningen en -begrotingen.
Dergelijke oefening dient te gebeuren in de planuitwerkingsfase zodat op het moment dat het beheer van start gaat de discussie over “wie wat betaalt” achter de rug is. De stad Antwerpen werkte intern reken-

modellen uit om in te kunnen schatten wat de toekomstige beheerskosten zijn.

Meer info
POORT-rekenmodellen stad Antwerpen om toekomstige beheerskosten in te schatten

   2. Levenscyclus(kost)-benadering                                                                                                  
Levenscyclus(kost)-benadering is één van de belangrijke meerwaardedrivers uit het DBFM-handboek. De levenscycluskost-benadering van DBFM-projecten betekent immers dat het private consortium bij het ontwerp en de bouw rekening zal houden met het feit dat zij zelf ook voor het onderhoud van de ontworpen en gebouwde infrastructuur instaat. Op die manier heeft de private partner de keuze om veelvuldig onderhoud te voorkomen door voor het gebruik van duurzame materialen te kiezen. In andere gevallen kan de private partij kiezen voor lagere investeringskosten tijdens de bouwfase, maar voor frequenter onderhoud. Deze (financiële) prikkel voor levenscyclusoptimalisatie verklaart de lange duur van DBFM-contracten, naast de andere voordelen die deze procedure biedt:
  • Door gebruik te maken van een bieding bekijkt de private partner de onderdelen op geïntegreerde wijze over een langere termijn; wat ook vertaald wordt in de prijszetting.
  • De publieke sector/opdrachtgever wordt gedwongen om vanaf de initiatiefase tot aan de aanbesteding van het project (lees: tot en met de financial close) ‘gedwongen’ over de levenscyclus na te denken. De opdrachtgever dwingt de opdrachtnemer om na te denken over de optimale realisatie van de met het project beoogde beleidsdoelstellingen. Dit minstens voor de duur van het DBFM-contract maar bij voorkeur voor de maatschappelijke levensduur van het project. De opdrachtgever wordt zo ook zelf gedwongen vooraf wat huiswerk te maken en te bepalen wat hij als opdrachtgever wil en welke doelstellingen hij voor ogen heeft.
  • Bij het sluiten van een DBFM-overeenkomst zal de overheid van in het begin een volledig inzicht in de werkelijke kosten hebben.


© Copyright 2018 IV Kenniscentrum Vlaamse Steden – Bischoffsheimlaan 1-8 – 1000 Brussel – info@complexestadsprojecten.be | Sitemap