Stationsomgeving

Van dubbel station tot multimodaal stationsproject met stedelijke ontwikkeling

Spelers
Stad Oostende, AGSO/MOPurbandesign (MOP van 2007-Midden2010)), Autonoom Gemeentebedrijf Haven Oostende, NMBS-Holding, Infrabel, Eurostation, De Lijn, AWV

Vernieuwd station met de heraanleg van de ruimere omgeving

Bijkomende informatie

Karel Vanackere
AG Stadsvernieuwing Oostende (AGSO)
Directeur, proces- en projectregie
Gistelsesteenweg 1C
8400 Oostende
Tel +32 (0)59 51 71 73
karel.agso@skynet.be
Van 2007 tot januari 2010:
Oostende Werft in samenwerking met MOPurbandesign (communicatie van het project)
Projectwebsite van de stad Oostende​

Tijdslijn en sleutelmomenten

​​
2015 ​Start met de bouw van de luifel boven de sporen en zal gefaseerd uitgevoerd worden in de komen de jaren.
​2015 ​Start van de bouw van de ondergrondse fietsenstalling is voorzien in de tweede helft van 2015 of in het voorjaar van 2016 indien de coördinatie met de spoorwerken voor de tramkeerlus hiertoe leiden.

2015 tot 2016 De restauratie van de binnenzijde van het stationsgebouw
​2016 ​Oplevering van het parkeergebouw in het voorjaar​
 

Financiële kengetallen

Projectverloop

1. Initiatiefase

Het station van Oostende is intussen meer dan 100 jaar oud. De omgeving, de structuur en het functioneren van het station veranderen in de loop van de jaren heel sterk. Het dempen van het kanaal, de geleidelijke toevoeging van sporen richting stad, de pendelparking, de fietsparking, de bushalte voor stads- en streekbussen en een tramhalte zorgen ervoor dat het stationsgebouw minder en minder in de looplijn ligt van de gebruikers en een alles behalve stedelijke inpassing kent. Met het failliet van de RMT, komt bovendien de Cruiseterminal volledig leeg te staan. Het onderbenutte gebouw staat echter op een zeer markante plaats en draagt een belangrijk deel van de Oostendse geschiedenis. Er ontstaat bijgevolg een grote spanning tussen de ruime site en haar ontwikkelingskansen.

De NMBS-Holding schrijft een ontwerpwedstijd uit voor de perrons, de herinrichting van het stationsgebouw en de bouw van een nieuwe pendel- en fietsparking. De stad eist haar rol op en probeert enkele stedelijke ambities te bereiken, maar het blijft in grote mate een NMBS-wedstrijd. De jury onder leiding van de burgemeester en Filip Vanhaverbeke motiveert tot de opmaak van een masterplan. De
wedstrijd wordt gewonnen door Feichtinger/Technum (cfr. presentatie stadsontwerp 21.04.09).
Tegelijk werken MOPurbandesign en Barcelona Regional  in opdracht van en in samenwerking met AGSO een strategisch plan (cfr. presentatie 26.03.07) uit voor de ontwikkeling van 7 strategische stads- en infrastructuurprojecten, waaronder het stationsproject. Voor het stationsproject wordt voorgesteld trein, tram en bus veel steviger op elkaar te enten en een stedelijke gevel te creëren naar de wijk Hazegras. Er worden voorstellen geformuleerd om de stelplaats grondig te herdenken.
Door deze demarche en het verslag van de jury werken AGSO/MOP in opdracht van stad Oostende en anderzijds Euroimmostar in opdracht van NMBS-Holding voorstellen uit voor het stationsproject. AGSO/MOP probeert hierbij zoveel mogelijk de ambities en wensen van elkeen van de partners te analyseren en in te werken in het masterplan.
Er wordt een werk- en stuurgroep georganiseerde en door AGSO/MOP wordt een intentieovereenkomst voorbereid. Naar het einde van deze fase wordt in de stuurgroep beslist dat AGSO/MOP het masterplan verder dient op te maken.

2. Onderzoeksfase

Het resultaat van het ontwerpend onderzoek leidt tot een intentieovereenkomst gekoppeld aan een ruw masterplan (2008). Dit vormt de start van het opmaken van een definitief stadsontwerp dat zijn hoogtepunt kent met de voorstelling van het project aan het grote publiek (dec 2008), waarbij de financiële engagementen van de verschillende partners kenbaar worden gemaakt. Het defintief stadsontwerp wordt afgerond eind 2009, met de goedkeuring van het projectMER en overeenkomsten met M&L met betrekking tot de beschermde monumenten. Intussen zijn de eerste strategische nutswerken reeds uitgevoerd.
Beide vormen de basis van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst (2010) die de coördinatie en sturing regelt van de verschillende
partijen voor het uitvoeringsontwerp en de realisatie van het stationsproject Oostende. Hierbij wordt opnieuw overeengekomen dat het projectmanagement van het globale project, toevertrouwd wordt aan het AGSO. MOP werkt van dan af aan enkel nog aan het ontwerp openbare ruimte in onderaanneming van Technum. Gedurende het gehele project wordt gewerkt met een inrichtingsplan. Een dossier dat geleidelijk aan groeit en de verschillende gelaagdheden van het project in zich opneemt. Het inrichtingsplan schetst het verhaal van het project in zijn geheel, zodat de deelprojecten een houvast kennen. Dit document werkt heel nuttig naar vergunningverlenende overheden, naar geïnteresseerden, maar ook naar de verschillende nieuwe projectmanagers, die de historiek van het verhaal niet kennen.

3. Planuitwerkingsfase

In het stationsproject is er van bij het begin door een aantal partners gesteld dat zij zelf wensen in te staan voor de uitvoering van ontwerpen en realisatie. 
Op dit ogenblik worden de plannen verder uitgewerkt door de verschillende partners, in overeenstemming met de samenwerkingsovereenkomst, binnen het kader opgemaakt door AGSO/MOP dat ook de inrichting van het openbaar domein voor zijn rekening neemt. Wegens het voorbeeldig traject via strategisch plan en stadsontwerp en de aandacht in de inrichtingsstudie voor 1. parkeren, mobiliteit en openbaar vervoer; 2. volumes, bouwlagen, interrelatie
met bestaande omgeving: 3. openbare ruimte en groen, wordt een vrijstelling van de project-MER gevraagd en verkregen. (cfr. aanvraag ontheffing).
Door middel van een dubbeltentoonstelling ‘Barcelon in Progress’ (rondreizende tenstoonstelling Barcelona) & ‘Stationsproject in Transformation’, georganiseerd in de oude cruiseterminal in het stationscomplex, worden plannen en ambities onder ruime aandacht gebracht.

4. Uitvoeringsfase

Wat de uitvoering betreft wordt van in het begin van het stadsontwerp rekening gehouden met aspecten zoals minder hinder, financiering en beheer.
Reeds vrij vroeg in het proces is in samenwerking met de verschillende nutsmaatschappijen en de partners een strategisch plan opgemaakt voor de nutsvoorzieningen. Gezien dit projecten zijn die een lange voorbereidingstijd vragen, is dit vrij snel opgemaakt. Bij het begin van de werken, konden deze cruciale interventies dan ook onmiddellijk van start gaan. Voor de uitvoering zijn ook een aantal tussentijdse werken noodzakelijk: een voorlopig busstation, een voorlopige stelplaats.
De uitvoering heeft intussen wat vertraging opgelopen door de vertraging op de goedkeuring van het havenRUP, een stap die noodzakelijk is voor de nieuwbouw van de definitieve stelplaats voor de Lijn.

De echte werken zijn najaar 2011 van start gegaan met restauratie van het stationsgebouw, de afbraak van de cruisetreminal (voorjaar 2012) en de bouw van een voorlopige fietsstalling (voorjaar 2012).
In het voorjaar van 2013 is de bouw van de nieuwe stelplaats voor de Lijn, locatie Slijkensesteenweg, volop aan de gang. Deze locatie moet operationeel zijn voordat de site aan het station kan worden verlaten. De gevelrestauratie van het stationsgebouw is voltooid evenals de afbraak van een aantal aanbouwsels. De interne verbouwing van de lokettenzaal etc. is volop aan de gang en wordt in de loop van 2013 opgleverd.
De start van de bouw van het parkeergebouw is met een aantal maanden vertraagd en is voorzien in januari 2014. De uitwerking van de keerlus voor de tram en de wil van de stad om een groene verbinding te realiseren tussen het mercatordok en het Maria Hendrikapark hebben ertoe geleid dat een alternatieve locatie voor het busstation is onderzocht. De stuurgroep heeft eind 2013 ingestemd met het verplaatsen van het busstation naar de site aansluitend bij het station waar momenteel de parking van Q-park is gesitueerd. Hierdoor kunnen de basisprincipes van multimodaliteit en het STOP-principe op een betere manier stedenbouwkundig worden ingepast. Een stand van zaken van de werken kan u vinden op de website van de stad Oostende.

5. Beheersfase

Het beheer is het moeilijkste struikelblok, gezien NMBS-Holding/Eurostation een zeer verschillende werkwijze hanteren dan de Lijn  (cfr. gezamenlijk onderhoud van gebouwen en perrons,
gezamenlijke uitwerken van aankondigingen voor de reizigers etc.), een aspect dat nochtans belangrijk is voor de gebruiker.

Evaluatie en Reflectie

Publicaties en presentaties

© Copyright 2018 IV Kenniscentrum Vlaamse Steden – Bischoffsheimlaan 1-8 – 1000 Brussel – info@complexestadsprojecten.be | Sitemap